De serotonine theorie over de oorzaak van depressies moet worden bijgesteld.

De bekende SSRI’s, zoals Paroxetine en Fluoxetine hebben de resultaten van de behandeling van depressieve patiënten drastisch veranderd. Echter de serotonine-receptor-theorie die ten grondslag ligt aan de verklaring voor de werking van de SSRI’s, ligt onder vuur.

Op de website Brainfacts.org schrijft wetenschapsjournalist Alexi Wunk een interessant artikel over nieuwe ontdekkingen op het gebied van depressie behandeling onder de naam: Rethinking Serotonin’s Role in Depression.

Serotonine blijft langer actief omdat de heropname wordt geremd.
Ref.: mons.wikimedia.org/w/index.php?curid=44071286

Het acronym SSRI betekent vertaald “selectieve serotonine heropname remmer”. In deze naam zit het werkingsmechanisme van de SSRI’s al min of meer ingesloten. SSRI’s zouden de afbraak van serotonine remmen waardoor er meer serotonine beschikbaar blijft. De gangbare theorie voor het ontstaan van een depressie is dat er te weinig van de neurotransmitter serotonine wordt geproduceerd. Depresieve patienten zouden te weinig serotonine aanmaken, waardoor hun gevoelens van leegheid en somberheid de overhand krijgen.

Twijfels over de houdbaarheid van de serotonine theorie

Toch is de afgelopen jaren steeds meer bewijs gevonden tegen deze aanname. Hierdoor ontstonden steeds meer twijfels over de houdbaarheid van deze serotonine-deficiëntietheorie, als zijnde de belangrijkste oorzaak voor het krijgen van een depressie .

Onderzoekers van McGill University in Montreal ontdekten bijvoorbeeld dat het verlagen van de serotoninespiegel de meeste mensen niet depressief maakte. Bovendien verhogen SSRI’s wel snel de hoeveelheid serotonine in de hersenen, maar patiënten voelen zich wekenlang niet beter.


Als het stimuleren van serotoninesignalering de sleutel is, moeten patiënten zich meteen beter voelen. “Dat is het grootste bewijs dat er een belangrijk stuk van het verhaal ontbreekt”, zegt James Murrough, een psychiater en neurowetenschapper aan de Icahn School of Medicine, in New York.

Meer inzicht in oorzaak depressies.

Roterend brein: Hypothalamus=rood, amygdala=groen, hippocampus/fornix=blauw, pons=goud, hypofyse = roze.
From: Wikimedia Commons. Met dank aan http://lifesciencedb.jp/bp3d/

De afgelopen 20 jaar is er meer begrip gekomen over de oorzaken van depressie. Studies van hersenbeelden, uit fMRI opname’s, tonen aan dat depressieve mensen kleinere hippocampi hebben. De hippocampi zijn de zeepaardvormige banen hersenweefsel, die het centrum van leren en geheugen vormen. Neuronen in de hippocampus krimpen en de verbindingen daartussen verwelken.

SSRI’s blijken deze verliezen te kunnen omkeren – ze stimuleren eiwitten die neuronen helpen groeien en overleven, prikkelen neuronen om nieuwe verbindingen te vormen en stimuleren de groei van nieuwe cellen.

Nu proberen wetenschappers erachter te komen of het mogelijk is om deze groei sneller te stimuleren – om het serotonine-systeem te omzeilen en “rechtstreeks naar de bron te gaan”, zegt Murrough.

Ketamine een veelbelovend en snel werkend antidepressivum.

Het verdovingsmiddel en populaire drug ketamine lijkt precies dat te doen. Ketamine blokkeert een receptor voor glutamaat, een aminozuur en de primaire excitatoire neurotransmitter van de hersenen. Ketamine kan het humeur verbeteren en de groei van nieuwe synapsen binnen enkele uren stimuleren. En wat heel interessant is: de effecten blijven tot een week aanhouden.

Nieuwe toedieningsroute

Antidepressiva in een neusspray.

Al langer wordt er geëxperimenteerd om psychofarmaca direct via een neusspray in de hersencirculatie toe te dienen. Het blijkt dat de cribiforme plaat in de sinus ethmoidalis, waar de nervus olfactorius overheen loopt, zo dun is dat psychofarmaca, die daar worden aangeboden, een makkelijke route vinden om de bloed-hersenbarriere te overbruggen.

In maart 2019 keurde de FDA een van ketamine afgeleide neusspray goed voor mensen met een ernstige depressie die niet zijn geholpen door andere medicijnen.

“Ketamine kan een prototype zijn voor een hele nieuwe klasse antidepressiva”, zegt John Krystal, voorzitter van de psychiatrische afdeling van Yale University en onderdeel van het onderzoeksteam dat voor het eerst onderzoek deed naar ketamine bij depressieve patiënten. (Krystal is ook mede-uitvinder van een patent onder licentie van Janssen Pharmaceuticals, de ontwikkelaars van de neusspray.)

Pogingen om de biologische onderbouwing van de antidepressieve effecten van ketamine aan het licht te brengen, kunnen alternatieve behandelingen onthullen en nieuwe onderzoekslijnen openen, zegt hij.

Voor de praktijk kan dit mogelijk een nieuw hoofdstuk openen naar een effectievere behandeling van depressieve patiënten, die onvoldoende reageren op de huidige behandelmogelijkheden.

Lees het oorspronkelijke artikel hier: Rethinking Serotonin’s Role in Depression