Nieuwe inzichten over het ontstaan van de ziekte Anorexia Nervosa.

‘Rethinking anorexia: Biology may be more important than culture, new studies reveal’.

Zo luidt de titel van het overzichtsartikel, van de hand van de wetenschapsjournaliste Jennifer Couzin-Frankel, dat op 9 april j.l. verscheen in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift ‘Science’. Het artikel gaat in op de fascinerende vorderingen, die er op dit moment worden gemaakt, in de zoektocht naar de oorzaak voor de ziekte Anorexia Nervosa (AN).

De invloed van erfelijkheid wordt steeds duidelijker

Graphic: Arek Socha via Pixabay

De focus van het onderzoek naar de oorzaak van AN is de laatste jaren steeds meer komen te liggen op een mogelijke erfelijke aanleg voor deze onbegrijpelijke ziekte, die jaarlijk zo’n ruim 5500 jonge vrouwen en meisjes in Nederland treft.

Reeds aan het eind van de 20 eeuw kwam uit epidemiologisch onderzoek naar voren dat de ziekte vaker voorkomt bij eeneiige tweelingen. (Keski-Rahkonen A., Hoek HW).
Uit deze studies bij tweelingen wisten onderzoekers al dat de ziekte een erfelijkheidsgraad van 50 tot 60 procent heeft.
Dit betekent dat 50 tot 60 procent van de variabiliteit van de eigenschappen geassocieerd met anorexia verklaard zou kunnen worden door genetische aanleg. 

Baanbrekend genetisch onderzoek bij AN.

De pioniers in dit onderzoeksveld zijn Cynthia Bulik en Hunna Watson, beide zijn hoogleraar aan de Universiteit van North Carolina.  Cynthia Bulik is psycholoog en Hunna Watson is biostatisticus. Cynthia Bulik is ook nog hoogleraar medische epidemiologie en biostatistiek aan het Karolinska Institutet in Stockholm, Zweden.  

Cynthia Bulik (links) is zowel psycholoog als biostatisticus en Hunna Watson (rechts) is biostatisticus.

Jennifer Couzin-Frankel beschrijft de fascinatie van Cynthia Bulik voor deze ziekte als ze haar citeert: ‘We zeiden tegen elkaar:’ Dit lijkt niet op een andere psychiatrische stoornis. Misschien is het wel het omgekeerde van obesitas – deze mensen zijn mogelijk genetisch vatbaar voor een lage BMI.”  Cynthia Bulik voegt er aan toe: Veel patiënten zullen zeggen: “Het ging mij nooit om het dun zijn”. 

Veel patiënten zullen zeggen: “Het ging mij nooit om het dun zijn”. 

Internationale GWAS-studies.

Bulik en Watson voerden samen met een internationale onderzoeksgroep, waaronder ook een aantal Nederlandse onderzoekers, een tweetal grootschalige wereldwijde genetisch (GWAS) onderzoeken. GWAS staat voor Genome Wide Association Studie, dat is een observationele studie van een genoom-brede set van genetische varianten bij verschillende individuen om te zien of een variant geassocieerd is met een eigenschap.

Bij grote GWAS studie worden de genetische data van patiënten vergeleken met een grote groep gezonde controle personen.

Eerste grote onderzoek in 2017.

Door het verzamelen van genetische gegevens zijn de biologische wortels van anorexia moeilijker te negeren. In 2017 had de groep van Watson en Bulik hun eerste studie gepubliceerd, waarbij 3495 AN-patiënten en 10.982 gezonde controle patiënten aan mee deden. 

De onderzoekers identificeerden daarbij één genoom brede significante locus op chromosoom 12 (rs4622308), dat met diabetes type 1 en auto-immuunziekte wordt geassocieerd. 
Significante positieve genetische correlaties werden tevens waargenomen tussen anorexia nervosa en schizofrenie, neuroticisme, opleidingsniveau en HDL-cholesterol.
Significante negatieve genetische correlaties werden waargenomen tussen anorexia nervosa en body mass index, insuline, glucose en lipidenfenotypen.

De resultaten: {..} Een aanzienlijk deel van de erfelijkheid op tweelingbasis komt voort uit dezelfde gemeenschappelijke genetische variatie. De onderzoekers identificeerden één genoom brede significante locus op chromosoom 12 (rs4622308) dat met diabetes type 1 en auto-immuunziekte wordt geassocieerd. 
Significante positieve genetische correlaties werden waargenomen tussen anorexia nervosa en schizofrenie, neuroticisme, opleidingsniveau en HDL-cholesterol, significante negatieve genetische correlaties werden waargenomen tussen anorexia nervosa en body mass index, insuline, glucose en lipidenfenotypen.

De onderzoekers identificeerden in hun eerste grote studie één genoom brede significante locus op chromosoom 12, dat met diabetes type 1 en auto-immuunziekte wordt geassocieerd. 

Een tweede, nog grotere studie, volgt in 2019

Een nog sterker bewijs voor een mogelijke erfelijke component voor de ziekte kwam vorig jaar zomer naar voren, toen Bulik, Watson en een grote internationale groep van onderzoekers, de grootste genetica-studie tot op heden over de ziekte in Nature Genetics publiceerden. 
Door de genomen van bijna 17.000 mensen met anorexia en meer dan 55.000 gezonde controle personen te analyseren, identificeerden de onderzoekers acht statistisch significante regio’s in het genoom, die samen met andere patronen van genetische associaties belangrijke aanwijzingen opleverden. Sommige van die associaties leken op de resultaten van soortgelijke onderzoeken naar andere psychiatrische ziekten, zoals OCS (Obsessief Compulsief syndroom) en depressie, wat Bulik niet verbaasde. Wat haar wel verbaasde waren de overlappende associaties met genen voor de body mass index (BMI), lipiden en andere metabole eigenschappen.

Deze keer identificeerden de onderzoekers acht genetische loci die verband houden met de aandoening, hoewel Bulik denkt dat het er waarschijnlijk honderden zijn. Sommige van de acht worden geassocieerd met psychiatrische ziekten, maar andere waren geassocieerd met metabole eigenschappen, zelfs nadat de onderzoekers de uitkomsten hadden gecorrigeerd voor het BMI. 

Manhattan plot for the primary genome-wide association meta-analysis of anorexia nervosa with 33 case–control datasets (16,992 cases and 55,525 controls of European descent). 

In hoeverre dit nu een uitbreiding op de eerste bevindingen betekent, of dat de bevindingen uit het eerste onderzoek door deze studie zijn vervangen wordt niet duidelijk.

Maar dit resultaat suggereert dat het risico op het ontwikkelen van anorexia kan worden gekoppeld aan metabole factoren. Verder onderzoek zal hierop zeker nodig zijn om eindelijk een oplossing voor deze rampzalige ziekte te vinden.

Deze resultaten stimuleren verder een re-conceptualisatie van anorexia nervosa als een metabo-psychiatrische stoornis’.

AN begint mogelijk al op heel jonge leeftijd. 

In het nummer van het ‘Journal of The American Academy of Child & Adolescent Psychiatry’ van februari 2019 doorzochten zij en haar team de gegevens van BMI-gegevens voor jongeren die later de diagnose anorexia en andere eetstoornissen kregen. De BMI’s van 243 mensen met de diagnose anorexia begonnen al af ​​te wijken van die van een controlegroep voordat ze naar de kleuterschool gingen.

De terugval na behandeling van AN.

Bekend is dat veel AN-patiënten snel terugvallen, nadat ze dankzij intensieve behandeling met veel moeite weer net een gezond BMI hebben bereikt.  
Ze worden uitgeschreven als zijnde ‘hersteld’ van Anorexia Nervosa, zodra hun BMI net de ondergrens van een normaal gewicht heeft bereikt. In veel gevallen zijn ze nog allerminst genezen. Hun gewicht geeft weliswaar aan dat ze bij de ondergrens van een ‘normaal gewicht’ zijn aanbeland, met een BMI van 18, maar ze zijn nog niet verlost van hun aandoening.

Bulik zegt:.‘Een van de meest verraderlijke kenmerken van de aandoening is dat veel patiënten in staat zijn om, dankzij een intensief behandeltraject, hun lichaam terug te brengen tot een normaal gewicht, maar dat ze enorme moeite hebben om de kilo’s aan te houden’
‘Dit terugvallen is een heel hardnekkig probleem en heeft behandelaars decennialang beziggehouden. De patiënten lijken goed hersteld en eten weer normaal mee, gaan weer naar school en worden sociaal actiever, maar na een paar maanden beginnen ze weer heel geleidelijk af te vallen’.
Niet alleen het gewicht daalt weer, maar de psychiatrische verschijnselen, die zo kenmerkend zijn voor de ziekte komen ook weer in alle hevigheid opzetten. Hun onzekerheid neemt weer toen, de extreme angst voor calorierijk eten en de controledwang steken weer de kop op. Niet lang daarna steekt het waanbeeld, waarbij het lichaamsbeeld ervaren wordt als veel te dik, weer de kop op.  

Bulik zegt: ‘Het is altijd psychologisch uitgelegd – maar daarvoor is zo’n enorme wilskracht nodig.

Overeenkomsten anorexia en obesitas

Bulik: ‘We weten allemaal hoe moeilijk het is om af te vallen. Maar op de een of andere manier hebben [mensen met anorexia] dit vermogen om tot een gevaarlijk laag gewicht te komen en daar te blijven’. 

Ze vervolgt: ‘Het is altijd psychologisch uitgelegd – maar daarvoor is zo’n enorme wilskracht nodig. In behandelcentra kunnen patiënten gevoed worden tot ze een gezond BMI hebben, zegt Bulik, maar we sturen ze terug en hun gewicht begint als een steen te vallen. 
De trend lijkt bijna het omgekeerde van obesitas, waarbij patiënten vrij gemakkelijk kunnen afvallen, maar de kilo’s, die ze met veel moeite zijn kwijt geraakt, komen vaak weer net zo snel terug. ‘We tasten nog in het duister over het mechanisme dat hierachter zit’, zegt ze. “Het is gewoon iets dat we al jaren klinisch hebben gezien en weten, maar waarvan we niet dachten dat het mogelijk tegenovergestelde effecten zijn van hetzelfde onderliggende proces.”

Op dit moment hebben we geen medicijnen die effectief zijn bij de behandeling van deze ziekte’, zegt ze. “We beginnen echt weer bij af! ”

Farmacogentica.

De conclusies van het onderzoek vergoten ons begrip van genetische bijdragen aan anorexia. Farmacogenetici kunnen ze mogelijk gaan gebruiken als startpunt om nieuwe behandelingen te ontwikkelen. Op dit moment hebben we geen medicijnen die effectief zijn bij de behandeling van deze ziekte’, zegt ze. “We beginnen echt weer bij nul ”

Bulik, toch psycholoog van huis uit, besluit met: ‘Tientallen jaren van aandacht voor sociaal-culturele en familiale factoren hebben ons belemmerd in het begrijpen van de oorzaken en de in standhoudende factoren van deze verwoestende ziekte’. 

Ze refereren daarbij aan de “De negen waarheden van eetstoornissen”. Deze waarheden vormen de vaststaande feiten die wetenschappelijk een stevige basis hebben.  Zowel Bulik als Watson hebben hun steentje bijgedragen om deze waarheden te onderbouwen en bekend te maken bij het algemene publiek. Ze hopen dat daarmee de vooroordelen, waar eetstoornissen patiënten en met name Anorexiapatiënten nog altijd mee geconfronteerd worden, voor eens en altijd de wereld uit geholpen worden.

Nine truths about eating disorders

‘Tientallen jaren van aandacht voor sociaal-culturele en familiale factoren hebben ons belemmerd in het begrijpen van de oorzaken en de in standhoudende factoren van deze verwoestende ziekte’. 

De negen waarheden van eetstoornissen:

  1. Veel mensen met eetstoornissen zien er gezond uit, maar kunnen toch extreem ziek zijn. 
  2. Families zijn niet de schuldige en kunnen de beste bondgenoten van patiënten en zorgverleners zijn bij de behandeling. 
  3. Een diagnose van een eetstoornis is een gezondheidscrisis die het persoonlijk en gezins-functioneren verstoort. 
  4. Eetstoornissen zijn geen keuzes, maar ernstige biologisch beïnvloede ziekten. 
  5. Eetstoornissen beïnvloeden mensen van alle geslachten, leeftijden, rassen, etniciteit, lichaamsvormen en gewichten, seksuele oriëntaties en sociaaleconomische statussen. 
  6. Eetstoornissen hebben een verhoogd risico op zowel zelfmoord als medische complicaties. 
  7. Genen en omgeving spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van eetstoornissen. 
  8. Genen alleen voorspellen niet wie eetstoornissen zal ontwikkelen. 
  9. Volledig herstel van een eetstoornis is mogelijk. Vroege detectie en interventie zijn belangrijk.

Meer informatie over de eetstoornis Anorexia Nervosa:

Enkele gespecialiseerde behandelcentra voor Anorexia Nervosa en andere eetstoornissen:

Online hulp voor patiënten

https://www.proud2bme.nl